Gezondheid dier en mens loopt risico door worminfecties
Slechts 1 op de 4 honden- en katteneigenaren ontwormt hun huisdier voldoende. Hierdoor ontstaat een risico voor de volksgezondheid, met name voor jonge kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. Driekwart van de honden en katten in Nederland loopt een besmettingsrisico op worminfecties, waardoor het dier en indirect de mens het risico lopen op mogelijke ernstige gezondheidsklachten. Dit en meer blijkt uit onderzoek onder 510 Nederlandse honden- en katteneigenaren door peilingbureau Ipsos in opdracht van Elanco.
Gezondheidsklachten
Parasitoloog Paul Overgaauw, bestuurslid van het European Scientific Counsel Companion Animal Parasites (www.esccap.eu), pleit voor gericht ontwormen van huisdieren juist ook in het belang van de volksgezondheid. Zo kunnen bijvoorbeeld spoelwormlarven een trektocht door het lichaam van de mens maken en gezondheidsklachten geven en in enkele gevallen zelfs schade toebrengen aan lever, longen, ogen en hersenen. “De dierenarts is de enige die een worminfectie bij hond of kat kan vaststellen op basis van een bloed- of ontlastingsonderzoek. Dit zelf vaststellen is nauwelijks mogelijk. Als er symptomen zijn is het vaak al te laat”, aldus Overgaauw.
Verhoogd besmettingsgevaar
De parasitoloog spreekt van een verhoogd besmettingsgevaar voor sommige wormen vanwege een veranderend leefklimaat in Nederland. “De laatste jaren komen er vaker (exotische) wormsoorten, andere parasieten en hun eventuele tussengastheren in onze leefomgeving voor. Dit verhoogt het besmettingsgevaar bij hond en kat. Indirect geldt de waarschuwing ook voor jonge kinderen en voor mensen met een verminderde weerstand zoals ouderen en zwangere vrouwen, die kwetsbaarder zijn voor de gevolgen van een besmetting met honden- of kattenspoelwormeitjes.”
Volksgezondheid
Honden en katten kunnen met verschillende wormen geïnfecteerd raken als ze in contact komen met grond waarin eitjes vanuit besmette ontlasting aanwezig zijn, of als ze slakken of prooidieren eten. Meer dan de helft van de ondervraagde dierenbezitters (62%) weet echter niet dat de larfjes van de honden- en kattenspoelworm gezondheidsklachten kunnen veroorzaken bij mensen. Overgaauw: “De plaatsen waar dieren worden uitgelaten gelden als de voornaamste brandhaarden. Als een met spoelwormen besmet dier wormeitjes uitscheidt, komen deze terecht op het gras waar gezinnen recreëren, in de zandbak waar kinderen in spelen of in de tuin waar men tuiniert. Iedereen die, ongemerkt, deze wormeitjes opneemt kan gezondheidsklachten krijgen door in het lichaam uitkomende larfjes. Naast de gezondheid voor hun huisdieren hebben honden- en katteneigenaren dus ook een verantwoordelijkheid voor de volksgezondheid.”
Verschillende wormsoorten
Er zijn verschillende wormsoorten in Nederland. Naast de spoelwormen kunnen ook longwormen, die ook bij Nederlandse honden en katten voorkomen, ernstige problemen geven bij het dier. Benauwdheid bij katten kan een symptoom zijn van een longwormbesmetting in een vergevorderd stadium. Deze wormen produceren kleine larfjes die via de ontlasting worden uitgescheiden, maar met het blote oog niet zichtbaar zijn.
Misvatting
Onbekendheid en onderschatting van de risico’s is volgens Overgaauw een grote oorzaak voor onvoldoende, onregelmatig of zelfs niet ontwormen van het huisdier. Van de respondenten stelt 36% niet periodiek te ontwormen, omdat ze nog nooit wormen hebben waargenomen in de ontlasting van hun huisdier. Het is volgens de parasitoloog echter een misvatting dat er dan pas besmettingsgevaar is. Als wormen in de ontlasting worden waargenomen dan is er mogelijk al aanzienlijke schade aangericht bij het huisdier. Het zijn de niet-zichtbare wormlarven die een trektocht door het lichaam maken en schade toebrengen en zich later tot volwassen wormen gaan ontwikkelen.
Ontwormen in de praktijk
Uit het onderzoek blijkt verder dat een derde van de ondervraagde huisdiereigenaren de hond of kat langer dan een half jaar geleden heeft ontwormd. 10% van de respondenten ontwormt het huisdier zelfs nooit of heeft geen idee of dit ooit is gebeurd. 26% is zich niet bewust van de noodzaak van het ontwormen en 20% vindt het niet nodig.
Van de kwart mensen die gemiddeld vier keer per jaar het huisdier ontwormt, doet 41% dat op advies van de dierenarts. Een overgrote meerderheid (76%), stelt gezondheidsredenen van het dier voorop; 34% het belang voor de gezondheid van het gezin.
Een kleine 20% van de ondervraagde zegt het huisdier niet te ontwormen, omdat het huisdier toch nooit buiten komt. Dat zijn voornamelijk katten, maar ook die kunnen met spoelwormen besmet raken na bijvoorbeeld het vangen van een prooidier of via wormeitjes die onder de schoenen in huis worden gebracht. Dat puppies zelfs al besmet kunnen raken in de baarmoeder en kittens via de moedermelk is bij de meeste respondenten onbekend.
Betere voorlichting
Overgaauw stelt dat honden- en katteneigenaren zich beter door de dierenarts moeten laten voorlichten: “Ondanks dat er al langer aandacht voor het ontwormen wordt gevraagd, ontbreekt het mensen stelselmatig aan kennis over het besmettingsgevaar en de gezondheidsrisico’s. Mensen reageren met ongeloof als ze met de feiten worden geconfronteerd. 24% van de respondenten zegt actie te willen ondernemen nu men bekend is met de gezondheidsrisico’s voor hun huisdier. Onnodige schade bij honden en katten kan eenvoudig worden voorkomen door gerichter te ontwormen.
Wormkuur
De gevolgen van een wormbesmetting zijn het best te voorkomen als huisdiereigenaren het ontwormingsadvies van deskundigen opvolgen. Als een hond of kat wormvrij wordt gehouden, kan het dier ook geen mensen en andere dieren meer besmetten. Dit kan de infectiedruk in de leefomgeving van het dier, zoals bijvoorbeeld in de eigen achtertuin of het stadspark, flink verlagen. Bij het ontwormen wordt de levenscyclus van de wormen onderbroken. Omdat er verschillende soorten wormen en besmettingen zijn, is het van belang dat er een goed werkzaam middel wordt gebruikt. Niet ieder ontwormingsmiddel werkt namelijk tegen dezelfde wormen. Zo blijft de leefomgeving schoon van wormeieren en larven en wordt eventuele schade, als gevolg van een worminfectie, bij mens en huisdier voorkomen. Het spreekt vanzelf dat het opruimen van de ontlasting van honden en katten hier ook aan bijdraagt.
Ontwormingsadvies op maat
Dierenartsen spelen een belangrijke rol in de strijd tegen worminfecties, omdat zij kunnen adviseren over het huisdier en het risicoprofiel van de viervoeter. Ook is de dierenarts de enige die aan de hand van bloed- of ontlastingsonderzoek een wormbesmetting kan vaststellen en kan vertellen wat de mogelijke gevolgen van een worminfectie zijn.
De parasitoloog adviseert om de ontwormingsfrequentie in overleg met de dierenarts af te stemmen aan de hand van de levensstijl van het huisdier en zijn baasje. Pups en kittens hebben een verhoogd risico op besmetting en het uitscheiden van wormeitjes en moeten daarom vaker worden ontwormd. Bij volwassen dieren zijn factoren die deze risico’s verhogen het eten van prooidieren en/of jagen, het eten van rauw vlees en het wonen in een gebied waar de vossenlintworm of longworm voorkomt. Het eten van slakken vormt een verhoogd risico voor een longworminfectie. Maandelijks ontwormen wordt aangeraden voor huisdieren in gebieden waar ze door het eten van prooidieren geinfecteerd kunnen worden met de vossenlintworm (zoals in Zuid-Limburg). Ook gelden er gerichte en specifieke adviezen voor huisdieren die mee op reis gaan naar Zuid-Europa. Op de website www.ontwormingsadvies.nl kunnen honden- en katteneigenaren checken hoe vaak zij hun huisdier moeten ontwormen, afhankelijk van de leefomgeving en het gedrag van hun huisdier.