ANT: minister moet cosmetische tandheelkunde volledig vrijgeven
De ANT wil dat op korte termijn cosmetische tandheelkunde niet meer gebonden is aan maximumtarieven en wordt vrijgesteld van elke regulering. De huidige spelregels zijn een forse rem op innovatie in de mondzorg en patiënten moeten noodgedwongen naar het buitenland voor een dergelijke behandeling. “Momenteel worden tandartsen enorm beperkt in hun werk. De NZa heeft in opdracht van de minister van VWS de complete mondzorg gereguleerd en alle behandelingen voorzien van maximumtarieven. Met de huidige regels is het gewoon niet mogelijk innovatieve behandelmethoden kostendekkend aan te bieden. Dit is niet in het belang van consumenten”, stelt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes. De ANT doet daarom een beroep op de minister van VWS, omdat alleen de minister de bestaande impasse kan doorbreken. De cosmetische tandheelkunde zou, net als de cosmetische plastisch chirurgische zorg, buiten het bereik van de Wet Marktordening Gezondheidszorg moeten worden gebracht.
De ANT is in 2013, direct na het voortijdig beëindigde experiment met vrije tarieven, in gesprek gegaan met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over cosmetische mondzorg. Het gaat dan om diensten of behandelingen, die aantoonbaar niet tegen gemiddelde tarieven te leveren zijn en/of waarvoor geen medische noodzaak bestaat. Jan Willem Vaartjes: “Cosmetische mondzorg moet worden vrijgesteld van regulering. Het gaat om zorg, waarbij de consument de rekening vaak volledig zelf betaalt. Een patiënt die bijvoorbeeld een duurdere maar ook exact natuurgetrouwe vulling wil, mag daar nu niet zelf voor bijbetalen. Hierdoor moeten soms behandelingen gekozen worden waarvoor meer tandweefsel moet worden weggeboord. Patiënt en tandarts zouden in een goed functionerende zorgmarkt zelf over dit soort behandelingen afspraken moeten kunnen maken. Internationaal gezien is dit al lang de gangbare praktijk.”
Het afgelopen jaar heeft de ANT opnieuw intensief overleg gevoerd met de NZa en daarbij ook vertegenwoordigers van patiënten en consumenten uitgenodigd mee te denken over oplossingen die cosmetische vullingen mogelijk gaan maken. In die gesprekken kwam duidelijk naar voren dat er bij consumenten behoefte bestaat aan deze innovatieve vorm van mondzorg en dat zij heel goed in staat zijn zelf een beslissing te nemen over de prijs voor deze dienstverlening. Vaartjes: “Uiteraard geldt daarbij als voorwaarde dat de tandarts vooraf complete en transparante informatie verschaft over de behandeling en waarin deze zich onderscheidt van de meer traditionele behandelingen.”
Begrip NZa
De ANT vindt dat de aanwijzing, waarmee de hele mondzorg wordt gereguleerd niet langer te rechtvaardigen is, ook niet in het licht van Europese regelgeving en voorschriften. De oplossing – en daarvoor toont de NZa begrip – moet dus van de minister komen. Vaartjes: “Wij hebben daarom de minister gevraagd cosmetische tandheelkunde, net als cosmetische plastisch-chirurgische zorg, buiten het bereik van de Wet Marktordening Gezondheidszorg te brengen. Volgens onze juridische adviseurs zijn daarvoor diverse mogelijkheden, die wij inmiddels aan de minister hebben voorgelegd. We zijn blij dat de zorgautoriteit bij monde van de voorzitter heeft toegezegd om mee te denken en desgevraagd aan de minister ook advies uit te brengen.”