Kleine baby’s en dikke peuters hebben een grotere aanleg voor hart- en vaatziekten en overgewicht
Kinderen geboren met een laag geboortegewicht, hebben een grotere kans op het krijgen van ouderdomsziekten, zoals en hart- en vaatziekten en obesitas, vooral als zij tijdens hun eerste levensjaren snel toenemen in gewicht. Omdat overgewicht in essentie een gevolg is van meer energie innemen dan verbruiken, heeft kinderarts Arend Van Deutekom onderzocht of dit verband is terug te voeren op verstoringen in de energiebalans. “Uit mijn onderzoek blijkt dat wanneer kinderen rondom de geboorte slecht groeien, ze op kinderleeftijd al een ongunstigere energiebalans hebben. Hierdoor hebben ze waarschijnlijk een hoger risico op obesitas en hart- en vaatziekten”, aldus Van Deutekom. Hij promoveert 21 april bij VUmc.
Van Deutekoms onderzoek is onderdeel van de ‘Amsterdam Born Children and their Development’ (ABCD) studie; een groot geboortecohortonderzoek dat 8.000 opgroeiende kinderen volgt vanaf hun geboorte. Van Deutekom onderzocht de invloed van geboortegewicht en groei tijdens de zuigelingenleeftijd op lichamelijke fitheid, energie-inname en eetgedrag, lichamelijke activiteit en veel zitten op latere leeftijd. Hiervoor deed hij metingen bij een selectie van deze kinderen van 8-9 jaar oud. Van Deutekom: “We nodigden de kinderen uit voor één van onze drie onderzoeksdagen in het Olympisch Stadion. Tijdens zo’n meetdag werd hun conditie gemeten met een piepjestest, spierkracht met een handknijpkrachttest en moesten ze een verspringtest doen. Daarnaast moesten ze vragenlijsten invullen over hun sport- en eetgedrag en gaven we ze een beweegmeter mee die ze een week om moesten houden zodat we hun bewegingspatroon in kaart konden brengen.”
Risicogedrag
Uit Van Deutekoms onderzoek blijkt dat een laag geboortegewicht, snelle gewichtstoename of onvoldoende lengtetoename op de zuigelingenleeftijd samenhangen met veranderingen in de energiebalans, de spierkracht en conditie, en in de activiteit van het autonome zenuwstelsel (een regulator van de energiebalans). “Een verstoring van de energiebalans betekent dat deze kinderen meer stil zitten, minder sporten en ongezonder eten. Dit gedrag kan ervoor zorgen dat ze een grotere kans hebben op het krijgen van obesitas en hart- en vaatziekten. Overgewicht en obesitas bij kinderen is wereldwijd een groot gezondheidsprobleem; er zijn plekken op de wereld waar meer dan 30% van de kinderen overgewicht heeft”, aldus Van Deutekom. Dit onderzoek toont het belang van gezonde groei op jonge leeftijd aan en de invloed hiervan op de aanleg tot overgewicht en ouderdomsziekten. Nu dit onderzoek heeft vastgesteld dat er al grote verschillen zijn in de aanleg van bewegingspatronen, eetgedrag en fitheid van kinderen, kan dit de effectiviteit van maatregelen en initiatieven om gezond gedrag te stimuleren en ouderdomsziekten te bestrijden, verhogen. Bijvoorbeeld door deze toe te spitsen op kinderen met de hoogste risico’s op ongezond gedrag.