Betere levensverwachting met hormoontherapie
Patiënten met uitgezaaide borstkanker hebben een betere levensverwachting als ze eerst met hormoontherapie behandeld worden dan wanneer gestart wordt met chemotherapie. Dat blijkt uit onderzoek onder honderden patiënten in Zuidoost-Nederland.
Het onderzoek is uniek in die zin, dat er mondiaal slechts zelden onderzoek wordt gedaan naar de behandeling van uitgezaaide (of gemetastaseerde) borstkanker in de dagelijkse praktijk. En als er al onderzoek naar wordt gedaan, gebeurt dat bij een selecte groep van de patiëntenpopulatie, zo’n 5 procent, in het kader van de toetsing van nieuwe geneesmiddelen. De overige 95 procent blijft in dergelijke onderzoeken onder de radar. Bij het onderhavige onderzoek zijn àlle patiënten met uitgezaaide borstkanker in een afgebakende periode in Zuidoost-Nederland, 815 in totaal, meegenomen. De meerwaarde van zo’n observationeel onderzoek is dat duidelijk wordt hoe verschillende subgroepen binnen de populatie van patiënten met uitgezaaide borstkanker reageren op de verschillende behandelingen.
Subtype
Daarbij viel het de onderzoekers op dat een bepaald subtype, namelijk patiënten met hormoongevoelige borstkanker, vaak beter reageren als gestart wordt met hormoontherapie dan wanneer gestart wordt met chemotherapie. Van de patiënten die in eerste instantie met hormoontherapie behandeld werden, bleek na twee jaar 33 procent méér in leven dan van de groep patiënten die begonnen was met chemotherapie. Dit kon niet helemaal verklaard worden door verschil in prognose: patiënten die in eerste instantie met chemotherapie behandeld worden, hebben vaak een uitgebreidere ziekteactiviteit (uitzaaiingen in lever, botten, longen), waardoor hun prognose per definitie slechter is.
Klinische vertaling
Volgens borstkankerspecialist Vivianne Tjan-Heijnen van het Maastricht UMC+ is het zaak deze ontdekking snel te vertalen naar de klinische praktijk: “Niet alleen patiënten met uitzaaiingen in de botten reageren goed op hormoontherapie. Juist ook de mensen met uitzaaiingen in de organen, zoals lever en longen, reageren vaak goed op hormoontherapie. Deze patiënten krijgen nu te vaak chemotherapie, terwijl ze dus beter af zijn met hormoontherapie.” Daar komt nog eens bij dat hormoontherapie minder bijwerkingen heeft dan chemotherapie.
Op dit moment is er nog geen genezing mogelijk voor patiënten met uitgezaaide borstkanker. Het doel van de behandeling is verlenging van het leven en verbetering van de kwaliteit van leven respectievelijk het maximaal op peil houden van die kwaliteit. Tjan-Heijnen: “Er is een groeiende groep patiënten met een hogere levensverwachting. Velen halen inmiddels de vijf jaar, sommigen zelfs meer dan tien jaar.”
Samenwerking
Het onderzoek naar de behandeling van uitgezaaide borstkanker is een samenwerkingsproject van acht ziekenhuizen in Zuidoost-Nederland, het zogenoemde Zuidoost-Nederlands Borstkanker Consortium. Het onderzoek, geleid door prof. dr. Vivianne Tjan-Heijnen, medisch oncoloog in het Maastricht UMC+, werd uitgevoerd door Dorien Lobbezoo, internist in opleiding in het Máxima Medisch Centrum, die op 10 november op dit onderzoek is gepromoveerd aan de Universiteit Maastricht. Ook dr. Wouter Dercksen, medisch oncoloog in het Máxima Medisch Centrum en dr. Adri Voogd, epidemioloog aan de Universiteit Maastricht, waren intensief bij dit project betrokken.
Financieel is het onderzoek mogelijk gemaakt door ZonMW en de firma Roche.