Langlevendheid is vooral erfelijk in extreem langlevende families
Een lang leven is erfelijk, maar dat geldt primair voor personen uit families waarvan meerdere leden behoren tot de top tien procent overlevers van hun generatie. In de genen van deze families ligt waarschijnlijk de sleutel tot een lang leven. Dat schrijven onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum samen met Amerikaanse en Nijmeegse collega’s in Nature Communications.
De onderzoekers kwamen tot hun conclusies na het bestuderen van de stambomen van 314.819 personen uit 20.360 families, die teruggingen tot geboortejaar 1740. De onderzoeksgegevens kwamen uit twee grote datasets: een uit Utah in de Verenigde Staten en een uit de provincie Zeeland.
“We zien dat langlevendheid erfelijk is als je behoort tot de bovenste tien procent overlevers van je geboortecohort. Hoe meer langlevende verwanten je hebt, hoe lager je sterftekansen op elk moment in het leven. Bijvoorbeeld: iemand met twee top-overlevende ouders heeft een 31% lagere sterftekans dan iemand van dezelfde leeftijd zonder dergelijke ouders. Zelfs als de ouders zelf niet extreem oud zijn geworden, maar ooms en tantes waren top-overlevers, dan zijn de sterftekansen verlaagd. In langlevende families kunnen ouders de genen voor een lang leven dus doorgeven aan hun kinderen, ook al worden ze zelf door externe factoren niet oud”, legt onderzoeker Niels van den Berg uit.
Verschillende populaties, zelfde patroon
In Utah en in Zeeland vonden de onderzoekers vergelijkbare resultaten, ondanks de zeer verschillende leefomstandigheden. In Zeeland bleven mensen lang op dezelfde plek wonen, terwijl in Utah veel instroom van migranten plaatsvond. Bovendien was er in de tijd dat de gegevens zijn verzameld in Zeeland gebrek aan schoon drinkwater, terwijl in Utah vers water uit de bergen kwam. Van den Berg: “Dat we ondanks deze verschillen tot exact dezelfde conclusies komen wat betreft de overerving van langlevendheid in families, sterkt ons idee dat er werkelijk langleven-genen te ontdekken zijn.”
Zoeken naar genen in verkeerde groep
De zoektocht naar langleven-genen bij de mens is al lang gaande maar deze blijken veel moeilijker te vinden dan bijvoorbeeld genen voor ziektes. “We komen door dit onderzoek tot een veel strengere keuze van mensen bij wie je die genen moet zoeken. Als je een willekeurige groep van 100-plussers onderzoekt, hoe bijzonder ook, is de kans groot dat veel van hen niet tot een familie behoren waarin langlevendheid erfelijk is. Hun leeftijd is waarschijnlijk een toevalstreffer, het gevolg van een gezonde leefstijl of gunstige omstandigheden tijdens biijvoorbeeld de jeugd, en dus niet terug te vinden in het DNA”, aldus onderzoeksleider en hoogleraar Moleculaire Epidemiologie Eline Slagboom. Haar boodschap aan vakgenoten is dan ook: kies bij onderzoek naar langlevendheid voor personen uit families waarin meerdere mensen behoren tot de tien procent top-overlevers van hun geboortecohort.
Meer weten? Lees het artikel ‘Longevity defined as top 10% survivors and beyond is transmitted as a quantitative genetic trait’ op de website van Nature Communications.
Foto: langlevende broers en zussen uit Utah (VS).